Het Beter Leven-keurmerk met 1, 2 of 3 sterren. Wat is het verschil? 

Je kent het Beter Leven-keurmerk waarschijnlijk wel, of misschien hou je er zelfs rekening mee wanneer je dierlijke producten koopt. In het kort is het idee natuurlijk simpel: hoe meer sterren een product krijgt, hoe beter de dieren geleefd hebben. Maar weet je ook precies voor welke kwaliteitseisen iedere hoeveelheid sterren staat?

En weet je voor welke producten het allemaal gebruikt wordt? Om het tienjarig jubileum van het Beter Leven-keurmerk te vieren, geven we je daar in deze blog een handig overzicht van!

Wat is het Beter Leven-keurmerk?

Het Beter Leven-keurmerk werd in 2007 in het leven geroepen door de Dierenbescherming. Het idee was simpel: als consumenten zien welke producten diervriendelijk geproduceerd zijn, gaan ze daar meer van kopen. Vervolgens wordt het voor de producenten dus weer aantrekkelijker om hun bedrijf zo diervriendelijk mogelijk te maken.

Na tien jaar kunnen we wel zeggen dat die strategie werkt! Steeds meer boeren schakelen over naar bedrijfsvoering waarmee ze sterren binnen kunnen halen, en ieder jaar stijgt de verkoop van producten met een Beter Leven-keurmerk. Er wordt intussen zelfs gewerkt aan een internationale variant.

Beter Leven-keurmerk 1 ster

Maar wat houden die sterren nu precies in? We geven hieronder een kort overzicht van de eisen die bij verschillende dieren gesteld worden. Eén ster is niet, zoals veel mensen denken, een ‘slechte’ score. Het is simpel de eerste graad van het Beter Leven-keurmerk – de dieren hebben het dus al beter dan hun meeste soortgenoten! Veel supermarkten proberen alleen nog maar vlees en eieren met minstens één ster te verkopen.

Een aantal van de eisen zijn hier als volgt:

• Legkippen hebben een verblijf met daglicht, strobalen en een overdekte uitloop; ook krijgen ze dagelijks graan gevoerd. Ook mogen er maximaal 6000 kippen in een stal en leven er op iedere vierkante meter gemiddeld 8,5 kippen.
• Vleeskuikens met één Beter Leven-ster moeten van een langzaam groeiend ras zijn, dus geen plofkippen. Ook zij krijgen daglicht, stro en graan, relatief meer ruimte en een overdekte uitloop. De slacht wordt bovendien met betere verdoving uitgevoerd.
• Varkens hebben per dier 0,8 vierkante meter ruimte. Ze mogen niet naar buiten, maar krijgen wel zaagsel om op te liggen. Bovendien krijgen ze speelmateriaal om te voorkomen dat ze elkaar uit verveling verwonden, en biggetjes worden niet gecastreerd.
• Runderen met één ster mogen 150 dagen per jaar naar buiten. De kalfjes mogen drie maanden bij hun moeder blijven en worden niet stelselmatig onthoornd. Ten slotte zijn het altijd rassen die op een natuurlijke manier geboren kunnen worden, zodat een keizersnede niet nodig is.
• Kalveren krijgen voer met voldoende ijzer, zodat ze geen bloedarmoede en andere ziektes kunnen ontwikkelen. Ook moeten ze elkaar kunnen zien en fysiek contact kunnen maken, en de duur van het vervoer naar het slachthuis wordt verkort.

Beter Leven-keurmerk 2 sterren

Precies zoals je zou verwachten hebben dieren met twee sterren een net iets beter leven dan dieren met één ster. Er worden dan de volgende eisen aan hun leefomgeving gesteld:

• Legkippen met twee sterren hebben een redelijk vergelijkbaar verblijf als de 1-ster-kippen, maar ze krijgen een grotere uitloop. Ze hebben daardoor meer ruimte en een grotere, meer natuurlijke omgeving waarin ze minstens acht uur per dag mogen scharrelen.
• Vleeskuikens hebben eveneens meer uitloop dan hun soortgenoten met 1 ster. Ze worden gemiddeld zo’n 56 dagen oud, waar dat bij kippen zonder keurmerk gemiddeld 35 tot 42 dagen is.
• Varkens met twee sterren hebben een uitloop en 1,1 vierkante meter de ruimte. Hun staarten worden niet gecoupeerd. Wel moeten ze gecastreerd worden, omdat ze eerder in de pubertijd komen – juist door de betere leefomstandigheden.
• Runderen brengen maar liefst een half jaar buiten door, minimaal twaalf uur per dag. Ook hebben ze nog wat meer ruimte dan runderen met één ster.
• Kalveren met twee sterren krijgen een uitloop naar buiten en 2 vierkante meter ruimte. Bovendien hebben ze een zacht ligbed in plaats van het hardhouten rooster dat bij één ster vaak de vloer vormt.

Beter Leven-keurmerk 3 sterren

Drie sterren, ten slotte, is het beste leven dat dieren in de voedingsindustrie kunnen hebben. Er zijn (afgezien van biologische boeren) nog niet veel bedrijven die drie sterren binnen weten te slepen. Wil je echt dat dieren een goed leven hebben gehad, dan is dit echter wel hét keurmerk om voor te gaan. Het heeft de volgende eisen:

• Legkippen hebben dezelfde eisen als biologische kippen. Dat betekent: 6,7 kippen per vierkante meter, vrije uitloop en geen snavelkap. Om te voorkomen dat kippen elkaar aanvallen, is er genoeg afleiding voor ze aanwezig.
• Vleeskuikens leven met tien dieren per vierkante meter. Er is daarnaast nog vier vierkante meter uitloop. Deze kuikens worden voor de industrie erg oud: ze leven 70 dagen voor ze naar de slacht gebracht worden.
• Varkens met drie sterren hebben 1,3 vierkante meter ruimte. Drachtige zeugen krijgen ruimte om in het weiland te lopen, en hun biggetjes blijven bijna anderhalve maand bij de moeder. Ook is hier natuurlijk weer voldoende afleiding beschikbaar.
• Runderen hebben 8,6 vierkante meter om in te bewegen. Zeven maanden per jaar brengen ze minstens twaalf uur per dag in de wei door. De kalfjes blijven bovendien zes maanden bij hun moeder om gezoogd te worden.
• Kalveren hebben ook nog meer ruimte, 2,5 vierkante meter. De vloer van hun verblijf wordt bedekt met stro, en ze mogen regelmatig de wei in.