We weten allemaal dat voedsel niet altijd is wat het lijkt. Veel producten die je in de supermarkt vindt bevatten heel andere stoffen dan je zou verwachten. Of het is andersom, en de voordelen de je verwacht zijn juist ver te zoeken. In theorie zijn dat soort dingen natuurlijk allemaal op het etiket van het product te vinden.
Het probleem? Ook die etiketten zijn op het eerste gezicht niet altijd even duidelijk! Hoe lees je nu tussen de handige trucjes van de producenten door? En wat zijn de belangrijkste zaken om op te letten bij het etiketten lezen? We zetten hieronder zeven goede tips op een rijtje!
Etiketten lezen voeding
Op etiketten staat meer dan veel mensen weten. Een aantal dingen die er verplicht op moeten staan zijn natuurlijk zaken als de ingrediënten en de voedingswaarde. Daarnaast is het echter ook verplicht om de herkomst van een product en de houdbaarheidsdatum te vermelden. Hetzelfde geldt voor informatie over eventuele allergieën.
Het lijkt misschien overdreven veel werk om dat allemaal door te lezen, maar het loont de moeite! Bovendien, je hoeft voor ieder product maar één keer de beste optie uit te kiezen. Heb je eenmaal een vaste voorkeur, dan gooi je die rustig iedere keer zonder verder gedoe in je mandje. Investeer dus één keer die tijd, dat scheelt je later moeite.
Etiketten lezen: 7 tips
Waar kun je dan het best op letten bij etiketten lezen? De volgende zeven punten zijn van belang!
1. De volgorde van de ingrediënten
De ingrediëntenlijst is niet zomaar op een willekeurige volgorde gezet. In plaats daarvan geldt: hoe eerder het ingrediënt op de lijst staat, hoe meer er van in het product zit. Aan het begin vind je dus de hoofdingrediënten. Achteraan het lijstje staan vaak de kleine toevoegingen zoals kleurstoffen en conserveringsmiddelen.
Een extra aanwijzing wordt nog gegeven door de percentages die bij bepaalde producten genoemd worden. De producent is verplicht percentages te geven wanneer een ingrediënt prominent op de verpakking genoemd staat. En omdat de lijst op volgorde van hoeveelheid staat, zeggen die procenten ook iets over de ingrediënten ervoor en erna!
2. Zit er suiker in?
Als je dan toch naar die ingrediëntenlijst aan het kijken bent, is suiker een eerste product om naar uit te kijken! Vaak zit er daarvan namelijk meer in je eten dan je denkt. Het probleem is dat er maar zelden gewoon ‘suiker’ op het etiket staat. In plaats daarom worden er allerlei andere mooi klinkende namen voor bedacht.
Alles op –siroop of –ose is bijvoorbeeld een vermomde suiker. Nog een instinker zijn opmerkingen als “gezoet met ingedikt appelsap”. Ingedikt sap is gewoon puur suiker dat toevallig uit sap gehaald wordt; er is niets gezonds meer aan. In de voedingswaarde tabel staat onder koolhydraten soms “waarvan suikers”. Ook daar kun je zien hoe veel snelle koolhydraten er in een product zitten.
3. Zit er zout in?
Naast suiker is er nog een ingrediënt dat vaak onnodig wordt toegevoegd: zout. Dat kan op twee manieren vermeld worden op de lijst, als natrium of gewoon als zout. Let er daarbij op dat de hoeveelheden niet precies hetzelfde zijn! In 2,5 gram zout zit ongeveer 1 gram natrium.
Het dagelijkse maximum ligt voor volwassenen op 6 gram zout, oftewel 2,4 gram natrium. Hou daar bij het doen van je boodschappen rekening mee! Kies het liefst voor geheel onbewerkte producten, want je zit sneller op dat maximum dan je denkt.
4. Zitten er transvetten in?
Ten slotte nog zo’n ongezonde stof die vaak over het hoofd wordt gezien: transvet. Helaas is hiervan vaak moeilijk te controleren hoe veel er nu precies in een product zit! De reden is dat het niet verplicht is om percentages transvet op het etiket te zetten. Alleen margarines en bak- en braadproducten doen het nog wel eens, maar die kun je toch beter niet kopen.
In het algemeen is het een slecht teken als er “gedeeltelijk gehard plantaardig vet” of “gehydrogeneerd vet” bij de ingrediënten staat: dat is transvet. Je weet dan niet hoe veel het is, maar wel dat er in dit product transvet zit!
5. Staan vitamines apart?
Fijn, als er op een etiket staat dat een product veel van een bepaalde vitamine bevat! Helaas zijn diezelfde vitamines niet altijd van nature in het eten aanwezig. Ze kunnen ook achteraf kunstmatig toegevoegd zijn. Als dat het geval is, staan ze apart in de ingrediëntenlijst vermeld.
Dat kan met hun vitamineletter zijn, maar ook met hun volledige namen (bijvoorbeeld “retinol” voor vitamine A). Natuurlijk is een vitamine niet per se minder gezond als hij los is toegevoegd. Hou er dan alleen wel rekening mee dat je lichaam hem mogelijk minder goed opneemt.
6. Wat betekent light?
Lightproducten zijn nog steeds flink populair – maar helaas vaak ten onrechte. “Light” op een verpakking betekent dat het product 30% minder calorieën, vet óf suiker bevat dan de normale variant. Het probleem: een product met 30% minder vet en 100% meer suiker is dus ook een light product.
Zo is light pindakaas uiteindelijk vaak veel ongezonder. Ook maken deze producten vaak gebruik van kunstmatige zoetstoffen waarvan het onduidelijk is hoe gezond ze zijn. Blijf het etiket dus zorgvuldig lezen om niet in deze val te trappen.
7. Ken je voedingsclaims
“Light” is een typisch voorbeeld van een voedingsclaim. Dit zijn positieve beweringen over een product waarvan wettelijk vastgesteld is wanneer ze op de verpakking gezet mogen worden. Als je goed weet waar bepaalde claims voor staan, kan dat je veel opzoekwerk schelen! Bovendien voorkom je op deze manier ook dat je in claims trapt die er positiever uitzien dan ze zijn, zoals light.
Een aantal belangrijke claims zijn:
- Vetarm: maximaal 3 gram vet per 100 gram, of 1,5 gram vet per 100 ml
- Vetvrij: maximaal 0,5 gram vet per 100 gram, of 0,5 gram per 100 ml
- Suikerarm: maximaal 5 gram suiker per 100 gram, of 2,5 gram per 100 ml
- Suikervrij: maximaal 0,5 gram suiker per 100 gram, of 0,5 gram per 100 ml
- Zonder toegevoegde suikers: geen suiker of zoetmiddelen toegevoegd
- Van nature aanwezige suikers: verplicht bij bijvoorbeeld ongezoete fruitproducten
- Bron van vezels: minimaal 3 gram vezels per 100 gram, of 1,5 gram per 100 kcal
- Vezelrijk: minimaal 6 gram vezels per 100 gram, of 3 gram per 100 kcal
- Bron van eiwitten: minimaal 12% van de calorieën komt van eiwitten
- Eiwitrijk: minimaal 20% van de calorieën komt van eiwitten
Laat hieronder een reactie achter. We proberen dezelfde dag nog te reageren!