Het is zondagochtend, en je hebt de hele dag geen belangrijke verplichtingen. De wekker staat dus mooi pas om 11 uur! En tegen de tijd dat die gaat, lig je nog steeds zo lekker na te soezen dat je gewoon nog een uurtje blijft liggen. Gevolg: je slaapt per saldo tot 12 uur uit.
Dat is hartstikke lekker zo lang je nog in bed ligt, maar als je eenmaal opstaat zul je vaak merken dat je helemaal niet zo uitgerust bent. Wat doet die lange nacht nou eigenlijk precies in je lichaam? Helpt het je om goed bij te slapen, of is uitslapen ongezond? We bespreken het in de blog van vandaag!
Wat is je bioritme?
Om te bepalen of uitslapen ongezond is, is je bioritme of slaap-waakritme van essentieel belang. Dat is de ‘klok’ van je lichaam die bepaalt wanneer bepaalde processen in gang gezet moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan de productie van specifieke hormonen. Je bioritme zorgt ervoor dat je op de juiste moment energie hebt, honger hebt of slaperig wordt.
Dat ritme werkt echter op basis van regelmaat. Je lichaam gaat er vanuit dat je dagelijks rond dezelfde tijden eet en slaapt, en baseert de variatie van je hormoonspiegel daarop. Door er iedere dag een heel ander schema op na te houden, kun je dus voor heel wat verwarring zorgen!
Is uitslapen ongezond?
Uitslapen is bij uitstek één van die dingen die het bioritme verstoort. Natuurlijk, een uurtje langer doorslapen heeft geen heel grote gevolgen. Maar als je doordeweeks om 8 uur opstaat en in het weekend om half 12, dan zul je dat wel degelijk gaan voelen. Vervelender nog: het nadelige effect van zo’n verstoord bioritme kan zelfs meerdere dagen doorwerken. Dat heeft twee belangrijke gevolgen:
Moe op rare momenten
Vermoeidheid wordt geregeld met behulp van hormonen zoals melatonine. In principe weet je lichaam dat het alleen ’s avonds en ‘s nachts melatonine moet produceren. Dat is immers de tijd waar je normaal gesproken slaapt. Maar als je heel lang uitslaapt, blijft die productie veel te lang doorlopen. En dat zorgt de rest van de dag voor verwarring.
Eén gevolg is dat je de volgende avond niet moe wordt – de dag is immers pas net begonnen. Dat leidt er echter toe dat je maandagochtend weer extra slaperig bent, enzovoort. Net als een jetlag kan die verschuiving zo een halve week door blijven werken. Je hebt dan dus tot woensdag energie op de verkeerde momenten.
Honger op rare momenten
Dat verstoorde bioritme zorgt er ook voor dat je verzadigingsgevoel van slag raakt. Dit effect wordt nog sterker omdat je meestal ook op andere tijden eet wanneer je uitgeslapen hebt! Je lichaam weet dan niet goed meer wanneer het brandstof kan verwachten, en kan daar dus de energiehuishouding niet meer op afstemmen.
Zo zorgt uitslapen er dus voor dat je plotseling vervelende eetbuien kunt krijgen als je helemaal niet wilde gaan eten. En ook dat effect kan nog een paar dagen na die luie ochtend doorwerken!
Uitslapen is geen goede nachtrust
Maar wat als je doordeweeks te weinig geslapen hebt en dat graag in wilt halen? Helaas is een ochtend geen wekker zetten dan niet de goede oplossing. Niet alleen is uitslapen ongezond, het levert ook nog eens behoorlijk slechte slaap op.
Dat komt omdat je ondanks die extra melatonine niet in staat bent om ’s ochtends echt diep te slapen. Deels heeft dat te maken met prikkels van buitenaf, zoals zonlicht en geluiden. Deels komt het ook omdat dit volgens je bioritme gewoon geen slaaptijd is. Je rust er hoe dan ook niet echt lekker van uit.
Bijslapen werkt niet!
In het algemeen geldt bovendien dat bijslapen erg slecht werkt. Twee lange nachten in het weekend zijn niet genoeg om te compenseren voor vijf nachten met slaaptekort. Je stresslevels blijven hoger, en je kunt je ook na een weekend uitslapen nog niet optimaal concentreren.
De beste manier om uitgerust te blijven is dus om een slaaptekort simpelweg te voorkomen. Ga bijvoorbeeld structureel een uur eerder naar bed. Heb je echt acuut extra slaap nodig, dan kun je altijd nog beter een kort dutje doen!
Laat hieronder een reactie achter. We proberen dezelfde dag nog te reageren!