Ben jij hypermobiel? Doe de test

Hypermobiel zijn of hypermobiliteit komt voor bij ongeveer 10% van de bevolking. Dat is best een groot aantal mensen. Misschien ben jij er een van. Weet je het nog niet zeker, doe dan de test. En lees in dit artikel meer over hypermobiliteit en of je kunt sporten als je hypermobiel bent.

Wat is hypermobiliteit?

Als je hypermobiel bent, zijn je gewrichtsbanden en pezen heel flexibel. Met andere woorden ‘heel mobiel’. Deze extra flexibiliteit zorgt ervoor dat gewrichten onvoldoende steun krijgen en daardoor teveel kunnen bewegen.

De oorzaak van hypermobiliteit is onbekend. Het kan een relatie hebben met een andere aandoening. Voor andere geldt dat het erfelijk is. Een arts kan dit onderzoeken. Het komt wel relatief veel voor, vooral bij jonge mensen. En meer bij jonge vrouwen en mensen van Aziatische afkomst.

Hypermobiel zijn is niet hetzelfde als lenig zijn. Lenigheid kun je trainen. Je traint om je spieren langer te maken. Terwijl bij hypermobiliteit je banden en pezen altijd al heel soepel zijn geweest. Er moet een minimum aantal gewrichten hypermobiel zijn om te spreken van hypermobiliteit.

Artsen en fysiotherapeuten kunnen vaststellen of je hypermobiel bent of niet. Dat doet hij of zij aan de hand van de Beighton criteria. De therapeut zal hierbij je rug, elleboog, knie, duim en pink testen op mobiliteit. Hieronder staat deze test ook. Twijfel je over de uitkomst, ga dan naar de fysio.

Kun je hypermobiliteit behandelen?

Ja en nee. Je kunt het niet helemaal oplossen, maar wel eventuele klachten verminderen. Er zijn geen medicijnen, enkel medicijnen die pijnklachten verminderen, zoals de paracetamol. Dat betekent niet dat je helemaal niks kunt doen.

Wat je het beste kunt doen hang wel af van je klachten. Denk je dat je hypermobile bent, dan kan een bezoek aan de fysiotherapeut voor wat tips geen kwaad. Deze zal bijvoorbeeld adviseren om bepaalde spieren te trainen.

Bij ernstigere klachten, zoals ontstoken gewrichten, kan een huisarts wel zwaardere medicijnen voorschrijven. Medicijnen die deze ontstekingen tegenaan. En heel soms is het gebruik van ondersteuning, zoals een polsbrace.

Kun je sporten als je hypermobiel bent?

Jazeker! Dat is alleen maar goed. Het kan heel veel positieve effecten hebben. Luister echter wel naar je lichaam en houdt er rekening mee dat je een goede warming-up doet. Met een rustige opbouw qua intensiteit.

Krachttraining en mobiliteitstraining kunnen de belastbaarheid vergroten. Een goede uitvoer van de oefeningen is daarbij wel van groot belang. Een verkeerd uitgevoerde oefening kan klachten als resultaat hebben. Voor iedereen.

Wat je kunt doen hangt af van een aantal factoren. Heb je pijn of niet? Zijn er andere klachten of niet? Heb je weinig klachten, dan kun je alles doen. Je kunt het zelfs in je voordeel laten werken. Bij sporten zoals ballet, zwemmen en honkbal helpt het om hypermobiel te zijn.

Contactsporten komen met meer risico. Door de beweeglijkheid kan een gewricht, zoals de schouder, uit de kom schieten. Wanneer dat gebeurt, rek je de pezen nog verder uit. De kans dat het nog een keer gebeurt wordt groter.

Hypermobiliteitssyndroom

Wanneer je echt spier- en gewrichtsklachten hebt, noemen we het hypermobiliteitssyndroom (HMS). Hypermobiliteit is erfelijk. Door bepaalde genen is de samenstelling van het bindweefsel anders. Het komt bij 4 tot 7 procent van de mensen voor.

Iets wat bij mensen met HMS snel kan gebeuren, is het ontwrichten van gewrichten. Het ‘uit de kom schieten’. Het gewricht kan helemaal uit de kom schieten, of maar voor een deel. Een volledige luxatie, zoals dat wordt genoemd, gebeurt het meest bij de knieschijf, kaak en schouder.

Mensen met HMS hebben vaak ook andere aandoeningen. Of beter gezegd: mensen met een bepaalde aandoening hebben ook meer kans op HMS. Voorbeelden zijn: fibromyalgie, scoliose, RSI, bekkeninstabiliteit en Carpale Tunnel Syndroom.

Ben jij hypermobiel?

Nu wil je natuurlijk weten: ben ik hypermobiel? Doe de volgende vijf testjes. Met elke test kun je punten verdienen, 9 in totaal. Een lage score van 1 betekent dat je een hele geringe mate van hypermobiliteit is. Een hoge score van 9 betekent dat je zeer hypermobiel bent. Reden om daar rekening mee te houden tijdens het sporten.