Kerst staat voor veel mensen gelijk aan eten, eten en nog meer eten. Het begint al met een uitgebreide brunch op Eerste Kerstdag. Dan komt het eerste overvloedige diner met de familie, gevolgd door een ontbijt met restjes van die eerste brunch. Eventueel volgt er nog een tweede diner met de schoonouders om de kerstdagen af te ronden.
En dan hebben we het nog niet eens over alle borrels en kerstpakketten die verder rond de vakantie gepland staan… Niet vreemd dat veel mensen op 27 december met angst en beven op die weegschaal gaan staan. Hoe hou je kerst dan toch enigszins gezond? We geven je wat praktische tips!
1. Eet meer groente – overal
Veel traditionele kerstdiners bestaan vooral uit vettige vleeswaren en aardappeltjes. Dat betekent dat de groenten er uiteindelijk nog wel eens een beetje bij inschieten. Toch hoeft dat niet het geval te zijn! Let er bij het opscheppen van je bord op dat ongeveer de helft vol groente ligt.
Heb je dat deel opgevuld met pompoen, rodekool, spruitjes en wat er verder nog op tafel staan? Dan is de rest de ruimte die je nog hebt voor de overige gerechten. En schep je een extra bordje op omdat je nog honger hebt? Ga dan ook liefst weer voor zo veel mogelijk groenten en hoogstens nog een hapje vlees voor de smaak.
2. Laat de hapjes passeren
Bij veel mensen begint het kerstdiner al eigenlijk uren eerder bij het borrelen. En daar horen natuurlijk ook de nodige snacks en hapjes bij! Dat betekent dat je al voor je aan tafel gaat een hoop kaasvlinders en kerststol achter de kiezen hebt – met de bijbehorende calorieën…
Het beste is dus om dit soort hapjes gewoon aan je voorbij te laten gaan. Natuurlijk is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Heb je toch liever iets te knabbelen voor het eten? Zorg dan dat er bijvoorbeeld ook een schaaltje snoeptomaatjes of komkommertjes in de buurt staat.
3. Decoreer niet met snoep
Wanneer overal kerstkransjes hangen, maak je het jezelf wel heel moeilijk. De makkelijkste manier om snoep niet te eten, is immers om het gewoon niet in huis te halen! Een boom vol chocola vormt een verleiding waar je ergens zonder twijfel voor zult bezwijken.
Kies er daarom voor om de snoepdecoraties gewoon achterwege te laten. Als je toch iets te eten wilt hebben, kun je altijd een mooie fruitschaal op tafel zetten. Trek in iets tussendoor? Een mandarijntje is een stuk gezonder dan je derde zuurstok van de dag!
4. Eet langzaam
Tijdens alle kerstmaaltijden geldt vaak dat je veel meer eet dan je nodig hebt. Dat heeft er onder andere mee te maken dat je lichaam zo’n twintig minuten nodig heeft om door te geven dat je vol zit. Eet je te snel, dan heb je jezelf al volgepropt voor je het doorhebt. Door langzaam en aandachtig te eten, zul je merken dat je minder snel met dat opgeblazen gevoel eindigt.
Beter nog: door je eten actief te proeven, zul je je achteraf ook sneller verzadigd voelen. Probeer actief om na één bord genoeg te hebben, en neem alleen nog wat extra als je daar écht behoefte aan hebt!
5. Kies voor alcoholvrij
Bij de meeste kerstdiners worden flink wat glazen wijn, dessertwijn en likeur geschonken. Dat is echter geen beste keuze als je het slank wilt houden. Zorg daarom voor een alcoholvrije optie, of informeer van tevoren bij de gastheer of –vrouw of die er is.
Een sprankelend glaasje amé is net zo lekker als die wijn, en ook kerstcocktails bestaan zeker in virgin-variant. Zo bespaar je niet alleen die zeven calorieën per gram alcohol, je houdt ook je lichaam beter in vorm. Zeker met een lang kerstweekend is dat absoluut aan te raden.
6. Las een rustig dagje in
Heb je toch een hoop gegeten? Niet getreurd; je maakt al veel goed door het de volgende dag wat rustiger aan te doen. Ontbijt licht – je zit toch nog vol van die kalkoen. Drink water en groene thee, eet fruit als tussendoortje, en neem bij de lunch een salade. Door voor een deel van de calorieën en nutriënten te compenseren, beperk je de gedane schade al enorm. Bovendien blijf je zo niet nog een week met een kerstkater zitten!
Laat hieronder een reactie achter. We proberen dezelfde dag nog te reageren!