10 veelgehoorde fabels over water in een beknopt overzicht...!

Water is van het grootste belang voor je gezondheid. Je zou daarom denken dat de meeste mensen er aardig wat van weten. Toch blijkt dat er juist over dit belangrijke onderwerp behoorlijk wat fabels en misverstanden in de omloop zijn!

Dat is natuurlijk gevaarlijk, want juist een goede hydratatie kan heel wat gezondheidsproblemen voorkomen. Om zin van onzin te scheiden, bespreken we in deze blog tien veelgehoorde fabels over water. Hoeveel kende jij er al, en hoeveel worden voor jou nu pas ‘ontmaskerd’?

Fabels over water

1. Je valt automatisch af als je meer drinkt

Voor deze theorie zijn allerlei verklaringen in de omloop. Water zou bijvoorbeeld ‘chemische stoffen’ uit je lichaam spoelen en daardoor je vetverbranding verbeteren. Helaas werkt vetverbranding niet op die manier. Al drink je vijf liter per dag: als je intussen even veel calorieën blijft eten, verlies je geen grammetje.

Toch kan water drinken indirect wel helpen om af te vallen. Het zorgt ervoor dat je je beter gevuld voelt, waardoor je soms minder gaat eten. Ook kan je lichaam dorst niet meer met trek verwarren als je geen dorst hebt. Het blijft dus aan te raden om voldoende te drinken als je op dieet bent.

2. Je valt af door ijskoud water te drinken

Nog een fabel over water en afvallen: ijskoud water drinken zou wél voor automatisch vetverlies zorgen. De reden: je lichaam heeft energie nodig om dat water op te warmen. Dat betekent meer calorieverbruik, en dus gewichtsverlies. Dat is in theorie waar, maar in de praktijk vallen de resultaten tegen.

Een simpel rekensommetje maakt al snel duidelijk waarom. Eén calorie is gedefinieerd als de hoeveelheid energie die het kost om één gram water één graad te verwarmen. Drink je 200 ml water van 7 graden (de temperatuur van je koelkast), dan moet er dus 200 gram water 30 graden verwarmd worden. Dat kost slechts 6 kilocalorieën. Op 2000 per dag zet dat niet echt zoden aan de dijk.

3. Alleen water ‘telt’ voor je vochtinname

Veel mensen denken dat alcohol, frisdrank en koffie niet ‘tellen’ om aan die twee liter vocht per dag te komen. Deze dranken zouden je juist uitdrogen. Toegegeven, het is inderdaad waar dat ze een licht vochtuitdrijvend effect hebben. Dat is echter niet zo groot dat ze al het vocht afvoeren dat je met een glas cola of een kop koffie binnenkrijgt!

Alle dranken bestaan voor het grootste deel uit water en dragen daarom bij aan je vochtinname. Wel blijft het natuurlijk ongezond om veel frisdrank of alcohol te drinken. Je kunt het daarom alsnog beter laten – maar niet omdat ze geen vocht zouden leveren.

4. Je wordt dik van bruisend water

Het is een beetje onduidelijk waar deze fabel over water vandaan komt. Hij is namelijk heel eenvoudig te ontkrachten. Water, met of zonder prik, bevat geen calorieën en kan daarom onmogelijk een ‘dikmaker’ zijn. Je kunt dus prima een spa rood bestellen als je aan de lijn bent.

Wel kan het koolzuur in bruisend water een licht opgeblazen gevoel veroorzaken. Heb je daar vaak last van, dan kun je dus toch beter voor plat water kiezen.

5. Hoe meer water, hoe mooier je huid

Veel mensen denken dat je een mooiere huid krijgt door meer water te drinken. Dat is echter niet waar als je al gewoon genoeg drinkt! Je lichaam scheidt dat extra water namelijk gewoon ongebruikt uit, en gebruikt het niet om je ‘poriën schoon te spoelen’.

Alleen als je sowieso niet voldoende gehydrateerd bent, heeft meer water een positieve invloed op je huid. Dat komt dan doordat een tekort aan water voor een lage bloeddruk zorgt. Dat heeft weer tot gevolg dat je huid er wat meer ingevallen uitziet. Kortom: water kán een positief effect op de huid hebben, maar meer is zeker niet altijd beter.

6. Mineraalwater is gezonder dan kraanwater

Veel mensen denken dat water uit een flesje gezonder is dan kraanwater. Dat is echter één van de grootste fabels over water: in Nederland is juist het tegenovergestelde waar. De eisen voor kraanwater zijn hier zo hoog dat ze strenger zijn dan de Europese eisen voor bronwater. Je kunt dus net zo goed voor de goedkope optie kiezen.

Sterker nog: mineraalwater heeft het nadeel dat het soms te veel natrium bevat. Het wordt namelijk direct uit de grond gebotteld, dus aan de samenstelling kan niets veranderd worden. Zit er per 100 ml meer dan 15 mg natrium in een flesje water, drink het dan sowieso liever niet.

7. Kokoswater is gezonder dan kraanwater

Kokoswater is behoorlijk populair, omdat het allerlei gezonde stoffen zou bevatten die niet in water zitten. Door extra elektrolyten zou het bijvoorbeeld beter hydrateren. Het gevolg is dat veel mensen behoorlijk wat geld uitgeven aan dure flesjes kokoswater.

En dat is zonde, want het meeste kokoswater in Nederland bevat helemaal geen extra gezonde stoffen. Het gaat meestal gewoon om water met een toegevoegd kokossmaakje. Dat hydrateert absoluut niet beter, en bevat soms nog extra suiker ook.

8. Je hoeft pas te drinken als je dorst hebt

Veel mensen drinken pas als ze dorst krijgen. Dat is echter een onverstandig beleid om aan te houden. Ten eerste is dorst een teken dat je al gedehydrateerd bent. Door alleen op deze momenten te drinken, loop je dus het grootste deel van de tijd met een uitgedroogd lichaam rond.

Daarnaast kan de dorstprikkel op een gegeven moment afzwakken, omdat je er te veel aan gewend bent geraakt. Je bent dan nóg meer gehydrateerd voor je het opmerkt en iets drinkt. Op den duur word je daar duidelijk niet gezonder van!

9. Het maakt niet uit hoe je drinken over de dag verdeelt

Bedenk je ook wel eens aan het eind van de dag dat je te weinig gedronken hebt? En sla je dan meteen vier glazen water achterover? Helaas, daarmee heb je de boel niet opgelost. Als je in één keer zo veel drinkt, neemt je lichaam het namelijk niet opeens allemaal op.

Het is het beste om je vochtinname zo gelijkmatig mogelijk over de dag verdelen. Door af en toe een paar slokken water te nemen, is het voor je lichaam makkelijker te verwerken.

10. Vaak plassen betekent dat je gehydrateerd bent

Moet je vaak naar de wc? Veel mensen denken dat dat aantoont dat je lichaam al genoeg water heeft en de rest dus uitscheidt. Helaas wijst het meestal op het tegenovergestelde. Als je vaak moet plassen, betekent dat vermoedelijk dat je te veel water tegelijk drinkt. Je lichaam kan het dan niet allemaal opnemen en stuurt de rest dus ongebruikt door naar buiten.

Je weet dat dit het geval is als je plas vrijwel helemaal helder is. Natuurlijk, het moet niet donkergeel zijn, maar als het geen enkele kleur heeft, is het gewoon water. Je urine moet een lichtgeel kleurtje hebben: dat geeft juist aan dat het afvalstoffen wegspoelt!