Lig jij na het avondeten ook vaak een uur uitgeteld op de bank? Of heb je na de lunch altijd grote moeite om weer op gang te komen voor de rest van de middag? Dan heb je last van een after dinner dip of after lunch dip. En dan kan behoorlijk vervelend worden, zeker als het iedere dag hetzelfde liedje is.
Het goede nieuws is gelukkig: er valt genoeg aan zo’n after dinner dip te doen. We geven je hieronder daarom zeven praktische tips waarmee je moeheid na het eten voorkomt!
Bloedsuiker en insuline
Allereerst moeten we natuurlijk weten waar zo’n after dinner dip precies door veroorzaak wordt. Dat heeft alles te maken met bloedsuiker. Wanneer je eet, worden koolhydraten als glucose in je bloed opgenomen. Je lichaam maakt vervolgens insuline aan. Dat zorgt dat je spieren en organen de glucose op kunnen nemen om als energie te gebruiken.
De hoeveelheid insuline die je aanmaakt, hangt af van de hoeveelheid suiker in je bloed. Hoe sneller je de suikers in je bloedbaan opneemt, hoe meer insuline er nodig is. En hoe meer insuline, hoe sneller de glucose weer verdwijnt.
Moe na het eten
Als je een maaltijd met veel snelle suikers eet, worden die direct in glucose omgezet. Je bloedsuikerpeil stijgt dan hevig, met een grote insulineproductie tot gevolg. Daardoor dáált je bloedsuiker vervolgens ook weer razendsnel. Dat betekent dat je in één keer door je energie heen bent – met als gevolg dat je je moe en futloos voelt.
Dat verklaart ook waarom een after lunch dip net zo veel voorkomt als een after dinner dip. Die vermoeidheid heeft niets te maken met slaperigheid na een lange dag! Het zijn puur je hormonen die voor lusteloosheid zorgen.
After dinner dip voorkomen
Maar wat kun je doen om zo’n after dinner dip te voorkomen? We geven je zeven tips waarmee je bloedsuiker zo stabiel mogelijk blijft.
1. Geen snelle suikers
Het belangrijkste advies tegen een after dinner dip is natuurlijk: eet geen snelle suikers. Dat zijn koolhydraten die onmiddellijk in glucose worden omgezet, zoals wit meel, gewone pasta, en alle toegevoegde suikers.
In plaats daarvan is het verstandig om voor volkoren en vezels te kiezen. Volkoren brood, rijst, pasta en wraps zijn dus een stuk beter, dankzij de complexere koolhydraten. Ook fruit is bijvoorbeeld prima, in redelijke hoeveelheden: de vezels zorgen daar voor een tragere opname.
2. Wel eiwitten en vetten
Naast die trage koolhydraten zijn ook eiwitten en vetten onmisbaar. Eiwitten zorgen voor een langdurig verzadigend effect, omdat ze de productie van verzadigingshormonen stimuleren. Daarnaast vertragen ze net als vetten de opname van glucose in het bloed. Daarmee wordt de piek – en dus het dal – een stuk minder extreem.
3. Regelmatige maaltijden
Ook als je trage koolhydraten eet, daalt je bloedsuiker na een maaltijd nog, zij het geleidelijker. Een paar uur na het eten zul je dus altijd vermoeider raken. Wanneer je dat effect erg sterk ervaart, kan het de moeite waard zijn om meer kleine maaltijden per dag in te plannen. Er zit dan minder tijd tussen om moe en chagrijnig te worden.
Ook als je er niet veel last van hebt, is het aan te raden om met regelmatige intervallen te eten. Zo weet je lichaam ook wanneer het weer brandstof kan verwachten, en kan het de verbranding daaraan aanpassen.
4. Eet niet te veel
Zeker als het lekker is, kan het verleidelijk zijn om nog een bordje extra op te scheppen. Het is echter toch beter om dat niet te doen! Niet alleen krijg je zo makkelijk te veel calorieën binnen, het maakt ook die dip erger. Een propvolle maag is dodelijk vermoeiend, omdat het je lichaam veel energie kost om al dat eten te verteren.
5. Beweeg na het eten
Naast een gematigde portiegrootte helpt ook beweging om je spijsvertering te stimuleren. Een wandelingetje na het eten geeft meteen weer energie. Hevige inspanning is wel af te raden – daar zit een volle maag juist alleen in de weg. Bewaar de sportschool dus voor een paar uur later!
6. Vermijd koffie en alcohol
Koffie en alcohol lijken allebei goede oppeppers. Ze werken echter net als snelle suikers: na die piek volgt ook snel een dip, waardoor je je juist vermoeider voelt. Bovendien kunnen ze allebei je nachtrust flink verstoren. Dat zorgt ervoor dat je in het algemeen minder energie hebt, waardoor dat lage bloedsuikerpeil nog een stuk harder aankomt.
7. Slaap voldoende
En dat brengt ons bij het laatste punt: slaap! Als je toch al niet uitgerust bent, kom je na een grote maaltijd al helemaal niet meer van je stoel. Zorg dus echt dat je iedere nacht aan die acht uur komt. Dat is niet alleen goed tegen de after dinner dip, het is ook in het algemeen een stuk gezonder.
Laat hieronder een reactie achter. We proberen dezelfde dag nog te reageren!